Interview in 2008
Na zes jaar te hebben gewerkt voor veilinghuis Beijers en antiquariaat Forum, begon Gert Jan Bestebreurtje met zijn vrouw Wilma in 1981 een eigen antiquariaat. Verleden jaar werd het zilveren jubileum gevierd van zijn zaak, die ook internationaal hoog aangeschreven staat. Bestebreurtje maakte naam met zijn catalogi over Indonesië, maar richt zich de laatste jaren vooral op reisboeken uit de zeventiende en achttiende eeuw. Een gesprek over zijn specialisaties, de eerste Chinese antiquarenbeurs en de NVvA.
Door Vincent van de Vrede
Waarom begon je voor jezelf?
‘Omdat ik me geprikkeld voelde een eigen zaak te hebben, mijn eigen beslissingen te kunnen nemen en zelf actief te zijn als antiquaar. In loondienst kun je toch minder makkelijk je eigen ideeën kwijt dan wanneer je eigen baas bent. Pas dan kun je zelf je richting bepalen.’
Wat hield die in?
‘Ik had in mijn werk bij Forum en Beijers het hele scala aan boeken voorbij zien komen. Beide waren immers firma’s met een algemene voorraad, en dus gingen alle denkbare onderwerpen door mijn handen. Middeleeuwen, land- en volkenkunde, theologie, filosofie, literatuur, rechten, van alles. Ik had me daardoor een goed beeld gevormd van wat mij het meeste aansprak. Dat bleek de land- en volkenkunde te zijn, de antropologie. Dat onderwerp fascineerde mij gewoon, en nog steeds. Het is ook geen beperkt specialisme, er zijn immers zoveel facetten die je binnen de land- en volkenkunde kunt belichten. Neem de koloniën. Daarbinnen kun je boeken over scheepvaart en architectuur aanbieden, maar ook over economie en taalkunde. Zo heb ik bijvoorbeeld enkele keren de eerste Javaanse en Ceylonese grammatica’s verkocht, beide in Nederland verschenen.’
Ik associeerde je naam aanvankelijk vooral met Indonesië.
‘Dat is inderdaad lange tijd een belangrijk specialisme voor ons geweest, daarmee hebben we naam gemaakt. We hebben er veel catalogi over uitgebracht. Momenteel werken we ook weer aan een Indonesië-catalogus: deze betreft de bibliotheek van professor Teeuw, die Indonesische taalwetenschap doceerde in Leiden. Het gaat om duizenden boeken van hoge kwaliteit. We verwachten de catalogus in het najaar uit te brengen. Maar los van de koloniën richten wij ons binnen de land- en volkenkunde toch vooral op de zeventiende- en achttiende-eeuwse reisboeken. Soms ook uit eerdere periodes: zoals een boek over Van Noort, die als eerste Nederlander een reis om de wereld maakte, in de zestiende eeuw. Maar ook Bontekoe hebben we in onze collectie. Een mooi overzicht geeft onze Ten Hoove-catalogus (PDF) en het zeer uitgebreide The Dutch East-and West-India Company, Maritime & Polar history (PDF)
Nog even over Indonesië. Je hoort wel eens dat dit onderwerp enorm verkocht in de jaren tachtig. Hoe is dat nu?
‘O, de belangstelling voor Indonesië is zeker niet afgenomen. Maar in de jaren tachtig schoot de verkoop ineens als een raket omhoog, Indonesië was in de mode. Begin jaren negentig zakte dat wat in. De interesse is echter gebleven. Naar de gewone, veelal twintigste-eeuwse boeken is weinig vraag meer, uitgezonderd goede, wetenschappelijke studies. Dat komt omdat er zo ontzettend veel aanbod is, kijk maar eens op internet. Boeken uit de negentiende eeuw en vroeger daarentegen worden steeds schaarser en zijn dan ook nog zeer gewild. Maar net zoals de belangstelling voor Indonesië een tijd een hype was, zijn er ook andere onderwerpen in de antiquarische handel in de mode geweest. Neem de Verkade-albums. Een paar jaar geleden wilde iedereen zo’n set hebben. Nu schijnt men het bijna niet kwijt te raken, hoorde ik onlangs van een boekhandelaar. Deze schommelingen horen nou eenmaal bij het vak.’
Wie vormen jullie klanten?
‘We moeten het vooral van internationale kopers hebben. We leveren aan buitenlandse universiteiten, musea en particuliere verzamelaars. In de loop der jaren hebben we een uitgebreide klantenkring opgebouwd. Daarnaast staan we op internationale beurzen, zoals de New York Antiquarian Book Fair, de Frankfurter Antiquariatsmesse en de China First International Book Fair in Hongkong. Dat laatste is bijzonder, omdat er nog niet eerder een internationale beurs in China is georganiseerd.’
Wat verwacht je ervan?
‘Lastig te zeggen. We zien het vooral als een avontuur en een investering op de langere termijn. In China zijn steeds meer miljonairs, die het breed laten hangen. Hun interesse voor bijzondere boeken neemt toe. In principe kan China dus een enorme markt zijn. Niet alleen voor rijke verzamelaars, maar ook voor institutionele kopers: universiteiten hebben nog nauwelijks westerse boeken. De vraag ontwikkelt zich geleidelijk. Daarom vonden we het een goed idee om het eens te proberen. Onze bedoeling is vooral ons gezicht te laten zien, kennis te maken met potentiële klanten en dan bij een eventuele volgende keer daarop verder bouwen. Ik verwacht niet du moment tot zaken te komen.’
China als het nieuwe Japan, dat in de jaren zeventig een enorme markt bleek te zijn voor antiquarische boeken: er werd druk aangekocht door universiteiten en verzamelaars.
‘Ja, van die hype heb ik nog het staartje meegemaakt als beginnend antiquaar. We zullen zien hoe China zich ontwikkelt. Er zijn overigens meer opkomende landen waar het antiquarische boek steeds meer gewild is: rijke Russen en Arabieren kopen volop bijvoorbeeld. Die hebben zich eerst gericht op de showy materiële zaken als een mooi huis, maar willen dat nu ook een beetje aankleden.’
Selecteer je ook andere boeken voor zo’n beurs in China dan bij overige gelegenheden?
‘Nee hoor, dat verschilt niet zoveel. We nemen gewoon hetzelfde mee als altijd, dus een dwarsdoorsnee van onze collectie. Wel zullen we wat meer boeken met prenten meenemen. Zeker ook omdat het voor veel Chinezen toch moeilijk zal zijn om de boeken in de originele taal te lezen. En mensen zijn bereid goed voor een boek te betalen, mits het in uitstekende conditie verkeert: een mooie, decoratieve en originele band, compleet en goed verzorgd.’
Je bent al sinds de jaren tachtig lid van de NVvA. Sindsdien heb je lange tijd bestuursfuncties vervuld. Waarom vond je dat belangrijk?
‘Omdat ik vind dat als je lid wordt van een vereniging, je daar ook actief aan moet deelnemen. Als je nu naar de vereniging kijkt, zijn er te veel mensen die alleen maar papieren lid zijn, die het lidmaatschap gebruiken om het vignet van de vereniging te voeren en verder nooit hun gezicht op een vergadering laten zien. Dat betreur ik zeer, het is natuurlijk niet bevorderlijk voor de NVvA. Actief deelnemen aan de vereniging, bijvoorbeeld in het bestuur, is ook niet iets wat alleen voor de groep voordeel oplevert: je doet het ook voor jezelf. Ik heb er bijvoorbeeld heel veel van geleerd. Toen ik begon, was ik het jongste lid van de vereniging. Ik heb zoveel opgestoken van oudere collega’s. Op vergaderingen en vooral daarna, bij het gezellig napraten, stak ik heel veel op. Je leert je collega’s en het vak goed kennen. En een vereniging als de NVvA en de ILAB is ook zo belangrijk: samen sta je immers sterk. Maar dat vereist wel een bepaalde betrokkenheid van de leden.’
Hoe kijk je tegen de grote rol van het internet aan?
‘Het internet heeft het vak deels verziekt vind ik, omdat er heel veel rotzooi en beunhazerij op te vinden is, maar toch heeft het ook zijn goede kanten. Ik zet bijvoorbeeld de restanten van onze catalogi erop en maak zo toch nog een aardige additionele omzet op jaarbasis. Maar verreweg het meeste moeten we hebben van onze catalogi en de vaste klantenkring.’
Er zijn bijna geen jonge, beginnende antiquaren. Het is geen makkelijk vak kennelijk. Welke raad zou je iemand die toch zijn geluk wil beproeven in de oude boeken geven?
‘Vooral de volgende: ga niet in je winkel zitten afwachten, maar benader klanten actief en onderhoud je klantenkring. Investeer daarin. Dat is heel erg belangrijk. Of je nu een fysieke winkel hebt of alleen een internetwinkel, het principe is in veel gevallen hetzelfde: je wacht maar af, en bouwt op die manier geen vaste klanten op. Op internet is dat nog erger dan met een gewone zaak: mensen komen niet of nauwelijks terug, ze letten alleen maar op de titels en de prijzen die ze op de boekenplatforms vinden. Maar wil je als goed antiquaar of specialist een handel opbouwen, dan is een actieve benadering en een goed onderhoud van je klantenkring absoluut noodzakelijk. Ik heb een uitgebreid bestand van vaste kopers, die de eerste keus hebben uit de catalogi, die ik uit eigen beweging ook interessante boeken aanbied en die ik geregeld bezoek of op beurzen zie. Zij vormen de pijlers onder onze zaak, veel meer dan de incidentele kopers.’
Hoe zie jij je toekomst?
‘Heel positief. Dit vak blijft bestaan. En ik wil dit nog jaren doen, ik ben pas vierenvijftig!’ Na mijn gesprek met Gert Jan bedacht ik: That’s the spirit. Een echte antiquaar sterft in het harnas.